Moeie voeten en mooie gebouwen

Singapore, onze tweede luchthaven na Moskou, viel lang niet tegen. Sterker nog, we waren er wel door gecharmeerd. Het begon met het supersnel tot onze beschikking hebben van onze baggage en vervolgde met een uiterst efficiente metroverbinding die ons supersnel in het hart van de stad bracht. Daar aangekomen kwamen we snel bij een hostel uit. Helaas hadden die maar voor één nacht een plekje voor ons, dus moesten we wel de volgende dag verkassen. Het volgende positieve aan Singapore was het eten. Op veel plekken zijn foodcourts te vinden, een verzameling van kleine restaurantjes die samen tafels en stoelen delen. Zo eet je heel makkelijk, divers, goedkoop en lekker!

Op 23 maart was het dan weer uitchecken na die ene nacht en dus op zoek naar een volgend hostel. Het bleek overal erg druk te zijn, en pas na drie keer proberen hadden we ergens geluk. Hebben wij weer: boeken we een keer niet, zit alles vol. Het hostel is niet geweldig en voor die standaard zelfs duur. Maargoed, het blijkt dat maar een klein percentage van de toeristen in Singapore budgetreiziger is, dus waarom zouden accomodaties zich daarvoor moeten aanpassen? Na het installeren van onze spullen duiken we de musea in. Eerst het National Museum of Singapore bij het Fort Canning Park. Er is iets na de lunch een gratis rondleiding gepland, dus daar maken we graag gebruik van, na een lekker broodje bij de naastgelegen universiteit. De vrijwilligster die de rondleiding geeft vertelt heel erg leuk over de geschiedenis van Singapore en de herkomst van zijn inwoners. Na deze leuke rondleiding zijn we nog even met een audiogids het museum doorgelopen om achtergronden te krijgen. Wisten jullie bijvoorbeeld dat de Engelsen Singapore hebben gesticht om de handelsmonopolie van de VOC te kunnen doorbreken? Evenals alle Aziatische landen is er uitgebreid ruimte voor de onafhankelijkheidsstrijd volgend op de Japanse bezetting in de Tweede Wereldoorlog. Terecht zijn ze trots op hun manier van politiek bedrijven, het samenvoegen van mensen van allerlei herkomsten is hier goed gelukt. Dit zien we ook op straat terug, waar allerlei mensen met verschillende geloven, achtergronden en huidskleuren gemoedelijk samen zijn en bijna allemaal goed Engels spreken, veelal ook met elkaar.
Wandelend vervolgen we onze weg naar het Asian Civilisations Museum, zoals de naam al doet vermoeden gaat die over de achtergronden, gewoonten en culturen van de Aziatische bevolkingen. Grappig en herkenbaar voor ons, omdat we er al zo veel van dichtbij hebben gezien! Tegen sluitingstijd vonden we het ook wel welletjes en zochten we een restaurantje op. Daar werd ons pas echt duidelijk dat Singapore een dure stad is, na het goedkope eten op de foodcourt de dag ervoor, was eten op de Boat Quay toch echt van andere orde. Toegegeven, we zaten dan wel aan het water met een leuk uitzicht, maar onze twee bestelde drankjes daar waren even duur als het hele eten gisteren. Na de drankjes hebben we maar een fastfood-Italiaan opgezocht die ook goed smaakte.

De 24e zijn we de wijken ingegaan waar de verschillende bevolkingsgroepen zich centreren. We zijn begonnen in Little India, waar de Bollywoodmuziek afwisselt met Hindoeistische tempels. Sikhs verkopen curryproducten op straat en er is een mega (mega-mega-mega) shoppingcentrum dat van alles en nogwat verkoopt. Hierna kwamen we in Kampong Glam, een wijk waar voornamelijk moslims wonen. Een grote moskee staat in het midden van de wijk. Hier kregen we, gehuld in een soort allesbedekkende ochtendjas, wat uitleg van een Australische moslima die ook in Nederland heeft gewoond, maar nu Singapore woont. In het Nederlands! Na dit bezoek togen we naar Chinatown. Hier herkenden we duidelijk de rode kleuren en drukte op straat van een typisch Chineze wijk. Aan de rand van de wijk was goed zichtbaar hoe de verschillende culturen samenleven. Binnen 200 meter stond een Boeddhistische tempel, een moskee, een kerk en een Hindoeistische tempel. Da's nog eens een voorbeeld van integratie. De avond hebben we besteed aan het Skypen met de families thuis, waar we te horen kregen dat de ouders van Richard van plan waren naar Indonesie te komen. Hierdoor moesten we onze plannen voor de komende weken alvast even op papier zetten zodat we op het juiste moment elkaar op de zelfde plaats konden treffen. Het was inmiddels na tienen, maar niet minder druk bij het typisch Chinees restaurant (dus felle TL-verlichting en dronken Chinezen, maar lekker en goedkoop eten). Met ongeveer de laatste metro van die dag kwamen we nog bij ons hostel terug.

De volgende dag hebben we het grootste gedeelte doorgebracht in de Singapore Botanic Garden. Hierin bevinden zich allerlei thematuinen met ondermeer bamboe, orchideen, kruiden, schitterende exotische planten en vruchten. Bijzonder was ook de Evolution Garden waar langs een wandelpad de flora verandert alsof je door de tijd loopt, van rotsen in het prille begin, naar varens in de prehistorie en regenwoud daarna. Sowieso indrukwekkend was het stuk originele regenwoud dat nog bewaard was gebleven en niet gekapt is ten faveure van stadsuitbreiding. Het was ook hier dat het begon te onweren en regenen en het tweede gedeelte van onze dag in het water kwam te vallen. Na de botanische tuin wilden we langs plekken wandelen waar nog veel vlinders zouden zitten. Deze wandeling dwars over de Singaporese koopgoot Orchard Road vonden we ergens op Internet. Na een uur wachten op droog weer hebben we dat idee laten varen en hebben we maar wat in een shoppingmall gehangen. Die avond hebben we lekker gegeten bij een foodcourt in de buurt van Chinatown en daarna de plannen met Richards ouders doorbesproken.

Voor ons geen rust want ook de volgende dag stond er weer een hoop gewandel op de planning. Ook dit keer weer een wandeling van Internet geplukt, nu een die ons dwars door het koloniale district leidt. We beginnen bij de plek waar de Engelsen eerste voet aan wal zetten. Als snel zien we een standbeeld van het teken van Singapore, de Merlion, een cartooneske mutatie van een vis met een leeuwenhoofd. Daar zagen we ook dat er allerlei installaties voor een lichtshow stonden. Omdat het nu licht was konden we er niet veel van zien, dus we besloten alvast 's avonds terug te gaan. De wandeling voer ons langs allerlei gebouwen die voor de kolonisten van belang waren, zoals de kerk, gerechtsgebouw, parlement en andere staatsgebouwen. De wandeling eindigde in het eerdergenoemde Fort Canning Park, in dit park stond op een heuvel de seinpost voor schepen en later de vuurtoren. Voor de Tweede Wereldoorlog is er een bunker in de heuvel gebouwd waarvanuit de Britten hun gevechtstroepen in de regio aanstuurden. Dit is nu ook geopend als museum en we hebben daar ook even een kijkje genomen. Rond de heuvel zijn ook nog restanten van het leven voordat de Britten er in 1817 kwamen. Een historische opgraving daar vertelt dat verhaal. Er is wel veel herhaling tussen al deze plakaten en de musea die we al gezien hebben, dus nu lezen we er allemaal wel snel doorheen.
's Avonds keren we dan terug naar Marina Bay, waar we 's ochtends lichtinstallaties zagen. De Merlion (overdag wit), werd nu door laserlicht in allerlei kleuren afgebeeld. Er waren projectoren opgericht waarmee je dan zelf kon aangeven welke kleur je welk onderdeel van het beeld wilden geven. Het bleek deel uit te maken van het iLight festival dat er die maand was. Overal rond de baai stonden kunstwerken gemaakt met of door licht. Zo zijn ook wij weer op pad geweest en hebben alles gezien. Er zaten hele bijzondere werken bij. Sommigen wat lastig uit te leggen in tekst, maar ondermeer was er een mooie projectie op het ArtScience museum, een iglo van lichtgevende jerrycans, een deur van laserstralen en een monster van Loch Ness-projectie op het water. De baai op zich zelf biedt ook een mooi uizicht op de skyline van Singapore met als hoogtepunt het Marina Bay Sands gebouw. Drie torens van een paar honderd meter naast elkaar die bovenop het dak met elkaar verbonden zijn. Hierop is een zwembad (voor de kenners: een Infinity Pool) voor de hotelgasten, een bar en een uitzichtspunt. Ook in de kelder is het niet slecht vertoefen met weer een shoppingmall (hoe kunnen al die malls toch omzet blijven maken??) met allerlei exclusieve merken en daar dwars doorheenlopend een Venitiaans kanaal (met bootjes) dat met water wordt gevoerd door een waterval met water dat komt uit een draaikolk op het plein erboven. Ja, echt! Nogal bizar inderdaad.

Om dat gebouw ook bij daglicht te zien zijn we de 27e eerst die kant opgegaan. Het was niet minder bizar. We wilden eigenlijk naar boven voor een uitzicht over de stad, maar vanwege naderend slecht weer werd ons afgeraden dat te doen. Helaas. Hierna hebben we de metro gepakt naar Sentosa, een preteiland net voor de kust van Singapore. Het enige doel hier is vermaak. Er is een Universal Studios themapark, kabelbaan, restaurants, resorts en allerlei attracties. Zo hebben wij een kwartiertje op een Segway rondjes over een parcours gereden en zijn we twee keer met een rodelslee een parcours afgedaald. Daarna hebben we een rondje gewandeld over het eiland en ondermeer op het meest zuidelijke puntje van continentaal Azië geweest (Jeej!). Het begon inmiddels weer te regenen, maar na even schuilen was de regen gelukkig snel voorbij. Bij de invallende duisternis zijn we nog een keer de rodelbaan afgeweest, nu was deze spectaculair verlicht. Gegeten hebben we bij de foodcourt in de Marina Bay Sands shoppingmall, zodat we daar nog de gave licht-, geluid-, projectie- en bubbelshow konden zien. Het kosten wel drie keer overstappen met de metro, maar het was de moeite zeker waard. Moe zijn we vervolgens terug naar ons hostel gegaan waar ons bed weer op ons wachten. Na een paar uitputtende dagen waren onze voeten wel toe aan rust!

En uitrusten konden we de volgende dag. Na een beetje uitslapen ging onze bus naar Maleisië. Eindbestemming voor die dag: de stad Melakka. Onze bus, de eerste met lekker veel beenruimte én massagestoelen bracht ons er in vier uurtjes soepel naartoe. De grensovergang was weer een makkie en zo stonden we dus al snel in Maleisië voor het volgend deel van ons avontuur: Via Melakka naar Kuala Lumpur, naar de Cameron Highlands om dan te eindigen op het eiland Penang. Meer volgt!